KNOPEN

Leer hier meer over de verschillende chirurgische knopen

KNOPEN 3

Knoop m.b.v. Instrumenten (Square Knot)

Deze knoop kun je maken bij een transcutane-, horizontale matras- en verticale matrashechting.

Na het steken trek je de draad door totdat je ongeveer 3 cm aan draad over hebt aan de overkant (draad A). Houd de andere draad (draad B) met je niet-dominante hand vast en houd de naaldvoerder met je dominante hand vast. 

  1. Maak met draad B 2 lussen om de naaldvoerder heen waarbij je de beweging van je afmaakt. Pak met de naaldvoerder de andere draad (A) vast. Trek de naaldvoerder naar je toe en beweeg je niet-dominante hand van je af om de eerste knoop te zetten.
  2. Laat met de naaldvoerder draad A los, waarbij je met de niet-dominante hand spanning op draad B houdt.
  3. Maak nu eenmalig een lus met draad B om de naaldvoerder heen, waarbij je nu de beweging naar je toe maakt. Pak draad A weer met de naaldvoerder vast. Duw de naaldvoerder van je af en trek jouw niet-dominante hand naar je toe om de tweede knoop te zetten.
  4. Maak nu weer een eenmalige lus om de naaldvoerder heen, de beweging van je af. Pak draad A met de naaldvoerder vast. Trek de naaldvoerder naar je toe en beweeg jouw niet-dominante hand van je af om de laatste knoop te zetten.
  5. Trek de knoop met behulp van een chirurgisch pincet naar één kant van de wond.
  6. Knip het uiteinde tot ongeveer 5-6 mm. 
 

Aberdeen Knoop

Bij een doorlopende intracutane hechting kun je een knoop maken met behulp van een lus.

  1. Zet een laatste steek waarbij je de naald uit de apex van de wond laat komen. 
  2. Trek de draad met je niet-dominante hand aan totdat er een lus overblijft waarin je duim en wijsvinger passen. 
  3. Plaats je duim en wijsvinger van je dominante hand in de lus en breng deze lus op spanning.
  4. Grijp met je middelvinger van de dominante hand het vrije einde van de draad. Houd met je niet-dominante hand de naald vast! Trek ondertussen met je middelvinger de draad door de lus, waardoor er een knoop gezet wordt en er een nieuwe lus ontstaat.
  5. Plaats weer je duim en wijsvinger van de dominante hand in de nieuw lus en herhaal dezelfde stappen 2 tot 3 keer. Bij de laatste knoop trek je de naald wel door de lus heen om de knoop vast te zetten. 
  6. Pak de naald met je naaldvoerder vast en steek de naald diep in de wond en laat de naald buiten de wond uit de huid komen.
  7. Trek de draad aan. De knoop zit nu verstopt in de wond. 
  8. Knip de draad tot op de huid af. 

Voorkom dat je te veel knopen zet. De knoop kan dan namelijk te groot worden waarbij het uit de huid kan steken. 

KNOPEN (1) (1)

Manueel Knopen

Hieronder vind je instructiefilmpjes over hoe je manueel chirurgische knopen kunt zetten.